|
||||||||
Jaren geleden ruilde Hermine haar altsax in voor een chromatische mondharmonica omdat ze de klank zo mooi vond en daar mogen wij als luisteraars erg blij mee zijn en het heeft geleid tot een glanzende carrière. Ze trad op met diverse muzikanten zoals Trijntje Oosterhuis, Douwe Bob, Mike Boddé, het Willem Breuker Kollektief, de Marinierskapel en nog niet zo lang geleden werkte ze ook mee aan het prachtige album “Some more time” van Philip Kroonenberg. Haar oeuvre beweegt zich vooral in de jazz, maar zoals bovenstaand lijstje bewijst is ze niet vies van andere muzikale uitstapjes. Ook in films en commercials is haar typerende harmonica geluid te horen. Op haar vorige cd’s werkte ze met mensen als Rembrand Frerichs (pno), Michiel Borstlap(pno), Ferdinand Povel (ts), Ruud Breuls (tpt), Jim Black (drs), Jórg Brinkmann (cello). Op “Riverbeast”, haar zesde cd, wordt ze begeleid door sterren als Steve Gadd (drs), Kevin Hays (pno, fender rhodes) en Tony Scherr (bs gtr, gtr). En dan doen er op sommige nummers gasten mee, zo zijn er rollen voor Alain Clark (vcl.), Reyer Zwart (bs gtr,gtr), Luca Benedetti (gtr), E.J. Rodriguez (conga’s), Scott Robinson( basclt.), Marka Hughes (cello) en Hank Roberts (cello). De cd begint met het funky “The man with the hat (on the train), dit door Hermine geschreven nummer heeft een aangenaam huppelend ritme waarop de mondharmonica rondzwiert met een fluwelen klank. Alain Clark is heel catchy bezig in “If we can’t trust each other” van Earl Randle. “Hoop and Pole” van Luca Benedetti heeft alweer zo’n aanstekelijk ritme met funky gitaarloopjes en een stuwende Fender Rhodes, Hermine soleert moeiteloos over het strakke tempo. In het langzame “So long , redhead” lijkt Hermine het meest op Toots met weemoedige klanken en lange uithalen. Maar vergelijkingen tussen muzikanten gaan altijd mank, ieder heeft zijn eigen signatuur, vergelijk Toots, Hermine, Olivier Ker Ourto en Steven De Bruyn allen bespelers van de chromatische harp en allemaal verschillend. In het swingende “Zombie Chicken” kun je goed horen wat een geweldige ritme machine Steve Gadd is, hij stookt het vuurtje flink op met zijn rake klappen. “The road to Gargonza” heeft een uitgesproken bluesy karakter met fraai pianospel van Kevin Hayes. Diezelfde is vocaal te horen op het funky “Walk with me” een fingerpoppin’ nummer met een boogaloo 2020 ritme, super. De epiloog is wederom een bluesy vehikel met de titel “Blueberry Hell” en inderdaad het is wel degelijk gebaseerd op de Fats Domino klassieker, leuk gedaan. Een heerlijk album met een mooie mix van funk, blues en jazz met een topbezetting. Jan van Leersum
|
||||||||
|
||||||||